Als je in de klas wel eens naar een aflevering van Klokhuis kijkt, dan heb je bioloog Mátyás Bittenbinder vast wel eens voorbij zien komen. In het programma vertelt de jonge bioloog enthousiast alles over planten en dieren aan kinderen. De interesse voor flora en fauna zat er bij Bittenbinder ook al jong in. Vanaf het moment dat hij als zeven jarige jongetje een slang in het wild zag tijdens een vakantie in Hongarije, werd hij geobsedeerd door het dier. Na zijn studie biologie In Leiden, is Bittenbinder dan ook onderzoek gaan doen naar slangengif. Zijn eerste kinderboek ging zelfs volledig over "Gif in het dierenrijk". Nu is de opvolger van dit boek verschenen: "Gevaar in het plantenrijk".
In "Gevaar in het plantenrijk", nemen bioloog Mátyás Bittenbinder en onderwijskundige Barend Last de jonge lezers mee op een indrukwekkende en spannende reis door het plantenrijk, waarin planten mooi en geneeskrachtig kunnen zijn, maar ook gevaarlijk! De mens heeft planten nodig om te kunnen leven en misschien denk je dat planten maar saai zijn, maar dat is allerminst waar. Want wist je bijvoorbeeld dat er een vleesetende plant is die zelfs kikkers eet? Dit is slechts één van de vele weetjes die je kunt lezen in "Gevaar in het plantenrijk". Het boek is dan ook allerminst saai. Bittenbinder en Last hebben naast een heleboel indrukwekkende en verrassende weetjes over het plantenrijk, ook een groot scala aan prachtige illustraties, foto's en verhalen (en zelfs een gedicht) bijeengebracht. Het boek telt vijf delen, waarvan elk deel begint met een verhaal. In het eerste deel lezen we over de kenmerken van planten en wat planten nu eigenlijk zo bijzonder maakt, waarna in deel 2 de evolutie van het plantenrijk beschreven wordt.
Het derde deel begint met het verhaal van de Zweedse botanicus Carl Linnaeus, die in 1732 een dagboek bijhield over zijn reis naar Lapland om daar onderzoek te doen. Linnaeus was een van de eerste onderzoekers die het plantenrijk op een systematische manier indeelde en veel onbekende planten voor het eerst beschreef in zijn dagboeken en ze een nam gaf. Het plantenrijk telt zo'n 400.000 verschillende soorten, dus een systematische indeling is geen overbodige luxe gebleken. In dit deel wordt bovendien vertelt over gevaarlijke planten. Planten met die hun vijanden wegjagen met stekels of brandende haren, planten die insecten, planten die parasiteren op bomen en zelfs planten die gif maken om zich te beschermen.
Het vierde deel begint met het verhaal van Socrates, de Griekse filosoof die in 399 voor Christus werd veroordeeld tot het opdrinken van een gifbeker met sap van de gevlekte scheerling. De talloze kritische vragen die Socrates stelde, brachten hem in de problemen en leidde tot zijn dood, maar nog altijd leeft de nalatenschap van Socrates voort, mede doordat zijn leerling Plato alles heeft opgeschreven. Ook in Nederland zijn er talloze planten te vinden die in meer of mindere mate giftig zijn. Maar evengoed is er een groot aantal planten te vinden met geneeskrachtige werking, waarover we alles kunnen lezen in het vijfde en laatste deel van het boek. Dit hoofdstuk begint met het verhaal van Hildegard, een Duitse non die onderzoek deed naar de geneeskundige krachten van planken. In de 15e en 16e eeuw werd dit gezien als hekserij, waardoor veel vrouwen de dood vonden op de brandstapel. In 1613 werden er in Roermond zelfs een maand lang iedere dag twee heksen verbrand.
"Gevaar in het plantenrijk" is een prachtige uitgave van Fontaine Uitgevers. Het boek is hard-cover en volledig in kleur, met illustraties van Dagmar Heikens en schilderijen van Mátyás' eigen vader de Hongaarse kunstschilder János Bittenbinder. Het boek is dan ook veel meer dan alleen een opsomming van feitjes over bijzondere planten. Het is een boeiend boek waarin het plantenrijk vanuit diverse invalshoeken benaderd wordt en waarin natuur, samenkomt met literatuur, kunst, fotografie en geschiedenis. Ik heb zelf eerlijk gezegd niet zoveel met planten, maar ik ben dol op geschiedenis. De geschiedkundige verhalen in het boek spraken mij dan ook in het bijzonder aan. En hoe mooi zou zijn, als kinderen via hun persoonlijke voorkeuren, toch geboeid kunnen raken door de diversiteit van het plantenrijk. En om af te sluiten met een van de weetjes uit het boek: het plantenrijk telt wel 400.000 verschillende soorten, dus aan diversiteit geen gebrek.